IRSC

 

Geboren : 25 augustus 1880 in Graz ( Oostenrijk )
Overleden : 27 juni 1975 in West-Berlijn

Robert Stolz was het twaalfde kind van Jacob Stolz, die een muziekschool had.
Hij kreeg zijn muzikale opleiding aanvankelijk van zijn vader, later van o a. Engelbert Humperdinck.
Zijn eerste werk, een “Vlaamse brillante”, schreef hij op elfjarige leeftijd. Toen hij zeventien was debuteerde hij als dirigent in het Stadttheater van Graz.
Na in vele steden als operettedirigent te zijn opgetreden en na een tournee door Rusland, werd Robert Stolz in 1903 verbonden aan het Deutsches Theater in Brno. Samen met de aan dat theater verbonden zangeres Grete Holm, met wie hij in het huwelijk was getreden, kreeg Stolz een engagement aan het Theater an der Wien, waar hij daadwerkelijk betrokken werd bij de wedergeboorte van de Weense operette.
Hij componeerde intussen vele “Wiener Lieder” zoals Im Prater blühn wieder die Bäume; Wien wird schön erst bei Nacht; Das ist der Frühling in Wien.
Hij schreef daarnaast operettes, maar ook bijvoorbeeld de foxtrot Salomé, die in de loop der jaren steeds opnieuw, onder andere titels, op het repertoire zou verschijnen. Het succes stelde hem in staat zijn dirigentschap eraan te geven.

Na als directeur van een naar hem genoemd theater zijn geld kwijt te zijn geraakt, ging Robert Stolz naar Berlijn, waar hij behalve operettes ook filmmuziek schreef.
Na de machtsovername door de nazi’s keerde Robert Stolz , hoewel hij als ” Vollarier ” ongestoord kon werken, naar Wenen terug. Toen Oostenrijk door de nazi’s werd bezet, ging hij naar Parijs, waar zijn vierde vrouw hem in de steek liet, Yvonne Louise Ulrich , een kennis van de eveneens in Parijs belande operettecomponist Paul Abraham, zorgde ervoor dat Robert Stolz naar Amerika kon doorreizen. Zij volgde hem en huwde na de oorlog met hem.

In Amerika ging het Stolz na een moeilijke start voor de wind, voornamelijk door de concerten onder het motto ” Een avond in Wenen ” . Hij zorgde voor een herleving van de Weense operette op Broadway , o.a. door zijn bewerking van Die lustige Witwe , die er als The merry widow , met Jan Kiepura en Martha Eggerth, werd opgevoerd.

Hij componeerde ook opnieuw filmmuziek, o.a. voor René Clairs It happened tomorrow.
Na de oorlog vestigden Stolz en zijn vrouw, die de bijnaam ” Einzi “, de ” enige “, draagt, zich in Wenen.

Naast operettes , liederen en filmpartituren componeerde Stolz nu eveneens de muziek voor de Weense ijsrevues.

De in Amerika begonnen ” Avond -in -Wenen “- concerten werden in Europa voortgezet en tevens maakte hij vele grammofoonplaatopnamen : van complete operettes, van fragmenten daaruit, en van Weense muziek, die hun bekroning vonden in een album met twintig lp’s dat onder de titel Die goldene Zeit der Wiener Musik een ware schat aan Weense walsen, marsen, polka’s enz… is.

De feestelijke viering van zijn negentigste verjaardag in 1970 kwam velen als een mooie afsluiting van een lange carrière als componist en dirigent voor, maar Robert Stolz is daarna gewoon weer aan het werk gegaan !
Vijf jaar later is hij, midden in dat werk, overleden.